Jurisprudentie
POL24925 - OM - Vinkhoven
Vonnis van de Rechtbank Sparkstad
Zaaknummer: POL24925 Datum vonnis: 25 september 2024 Verdachte: Jamey Vinkhoven
Overwegingen van de rechtbank:
De rechtbank heeft de zaak van verdachte Jamey Vinkhoven beoordeeld, waarin hij werd beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
Snelheidsovertredingen (Artikel 91.1 RVV)
U wordt ervan beschuldigd met meer dan 50 km/h te hard te hebben gereden.
Negeren bevel/vordering van een ambtenaar (Artikel 184 WvS)
U wordt beschuldigd van het negeren van een wettig bevel of vordering gegeven door een ambtenaar in functie.
Roekeloos rijgedrag (Artikel 5 Wegenverkeerswet)
U wordt beschuldigd van roekeloos rijgedrag dat gevaar heeft veroorzaakt voor anderen op de weg.
Tijdens de zitting heeft verdachte erkend dat hij fouten heeft gemaakt door achter het stuur te stappen, ondanks de stressvolle omstandigheden als gevolg van een emotionele scheiding. De verdachte gaf aan dat zijn rijgedrag volgens hemzelf veilig was uitgevoerd, maar de rechtbank is van oordeel dat de snelheidsovertredingen en het roekeloos rijgedrag niet door de beugel kunnen en dat hij hiermee niet alleen zichzelf, maar ook anderen in gevaar heeft gebracht.
Daarnaast heeft verdachte aangegeven bereid te zijn om een verplichte cursus te volgen en een onderzoek te ondergaan. De officier van justitie, Julian de Vos, benadrukte echter dat de verdachte herhaaldelijk verkeersovertredingen heeft begaan over een langere periode, wat strafverzwarend werkt.
Vrijspraak:
Met betrekking tot de aanklacht van **negeren van een bevel/vordering van een ambtenaar (Artikel 184 WvS) **is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat er gebrek aan bewijs is om de verdachte hiervoor te veroordelen. De verdachte wordt voor dit feit vrijgesproken.
Bewezen verklaarde feiten:
De rechtbank acht de aanklachten met betrekking tot de snelheidsovertredingen en het roekeloos rijgedrag wettig en overtuigend bewezen.
Beslissing van de rechtbank:
Boete: De rechtbank legt de verdachte een boete op van € 10.000, vanwege het gevaarlijke en onverantwoordelijke rijgedrag, en het herhaaldelijk plegen van ernstige snelheidsovertredingen.
Werkstraf: De verdachte wordt een werkstraf opgelegd van 10 werkstraffen om iets terug te doen voor de maatschappij.
Voorwaardelijke straf: Ter voorkoming van herhaling wordt aan de verdachte een voorwaardelijke straf opgelegd, bestaande uit een boete van € 250.000 en een celstraf van 90 maanden, met een proeftijd van 4 weken. Indien de verdachte binnen deze periode opnieuw een zware verkeersovertreding begaat, wordt deze straf omgezet in een daadwerkelijke straf.
Rijbewijs en verplichte cursus: De verdachte mag pas weer een motorrijtuig besturen wanneer hij met succes een verplichte rijcursus heeft afgerond en een onderzoek heeft ondergaan. De rechtbank verplicht hem deze cursus te volgen voordat zijn rijbewijs wordt teruggegeven.
Slotwoord:
De rechtbank is van mening dat een celstraf in dit geval, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, niet passend is. De rechtbank wenst de verdachte, Jamey Vinkhoven, het beste toe en hoopt dat hij zijn leven vanaf nu op een verantwoorde manier zal inrichten.
Uitgesproken door: Rechter Jan van Dijk Officier van Justitie: Julian de Vos
031124 - Teller - Teller (Scheiding)
Vonnis van de Rechbank Sparkstad
Scheidingsdocument
Partijen
Tony Teller, verzoeker, hierna te noemen "Tony"
Jinxi Teller, verweerder, hierna te noemen "Jinxi"
Bevoegde rechter: Jan van Dijk
Datum van uitspraak: 3 november 2024
Inzake: Het beëindigen van de echtelijke verbinding tussen Tony Teller en Jinxi Teller.
Achtergrond en bepalingen:
Naamgebruik
Tony Teller is gerechtigd zijn oorspronkelijke achternaam weer aan te nemen.
Jinxi Teller behoudt haar eigen achternaam "Teller".
Huwelijksregime
Tony Teller en Jinxi Teller zijn niet gehuwd in gemeenschap van goederen.
Er is geen sprake van gezamenlijke eigendommen of goederen, waardoor er geen verdeling van de boedel noodzakelijk is.
Aanvrager van de scheiding
De scheiding is aangevraagd door Tony Teller.
Uitspraak
De scheiding is officieel bekrachtigd en uitgesproken door de bevoegde rechter, Jan van Dijk, op 3 november 2024.
Ondertekening:
De bovengenoemde partijen erkennen dat alle bepalingen van deze scheidingsovereenkomst zijn besproken en overeengekomen en dat zij deze zullen naleven.
Handtekening van de rechter, Jan van Dijk
Datum: 3 november 2024
SPK2024/1135 - Müller - Terbeek
Vonnisnummer: SPK2024/1135
Rechtbank Sparkstad
Vonnis in de zaak van: Eiser: Helmut Müller Gedaagde: Milan Terbeek Advocaat Eiser: Kyano Luyten Advocaat Gedaagde: Bart van Dijk Behandelend Rechter: Nathalie de Vos
Zittingsdatum: 05-11-2024 - 20:00
Feitenrelaas:
Op zaterdag 2 november, rond 19:50 uur, heeft Milan Terbeek, in dienst als agent, zonder toestemming een voertuig van Bas van Dijk gebruikt. Met dit voertuig is hij tegen het voertuig van Helmut Müller aangereden, wat aanzienlijke schade veroorzaakte. Eiser heeft hiervoor een factuur van € 5.000 aan gedaagde gestuurd, maar gedaagde heeft deze betaling geweigerd en meerdere keren de ernst van de situatie gebagatelliseerd. Eiser vordert nu € 10.000 aan schadevergoeding.
Tijdens de rechtszitting werd tevens het voorstel van Sparkstad Road Assist besproken, waarbij de organisatie suggereerde dat indien de politie de factuur rechtstreeks zou hebben voldaan aan Sparkstad Road Assist, het probleem snel verholpen had kunnen worden. Echter, Müller stelde zich op het standpunt dat hij de schade persoonlijk op Terbeek wilde verhalen en niet via een andere instantie.
De advocaat van gedaagde, Bart van Dijk, benadrukte dat het incident een klein ongeluk betrof met een voertuig dat was "geleend". Verder gaf Bas van Dijk, de eigenaar van het gebruikte voertuig, aan dat indien Müller zelf facturen uitschrijft, deze mogelijk boven de daadwerkelijke schade liggen, aangezien er geen schaderapport is opgemaakt.
Getuige Remco Bouwman werd naar voren geroepen, maar kon weinig bijdragen aan de zaak.
Na verdere discussies constateerde de rechter dat de feiten rondom de schade duidelijk zijn en gaf zij een overweging en vonnis.
Vonnis:
Schaderapport: De rechtbank erkent dat er schade is aan het voertuig van Müller. Er zal een officieel schaderapport worden opgemaakt door Sparkstad Road Assist onder leiding van Dhr. De Vos. De schadevergoeding wordt bepaald aan de hand van de uitkomst van dit rapport. De oorspronkelijke vordering van € 10.000 komt hiermee te vervallen.
Vernietiging van huidige factuur: De huidige door Müller opgestelde factuur van € 5.000 wordt vernietigd. Het opgestelde schaderapport zal als leidend worden beschouwd voor de uiteindelijke vergoeding.
Verdeling proceskosten: De kosten van de advocaten worden gehalveerd. Elke partij draagt haar eigen kosten.
Gedragscode: De rechter benadrukt dat gedaagde Terbeek, als politieagent, een voorbeeldfunctie heeft en zich in deze hoedanigheid dient te gedragen. Professioneel handelen is vereist, waarbij hij voor dergelijke handelingen uit dienst dient te gaan om eventuele persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen.
Aanbeveling aan Müller: Gezien de aard van de zaak adviseert de rechter Müller om in toekomstige gevallen een derde partij te betrekken om kwesties zakelijk en objectief af te handelen.
Ingediend schaderapport: Het schaderapport van Sparkstad Road Assist dient bij de rechtbank te worden ingediend voor verificatie alvorens de definitieve vergoeding plaatsvindt.
Uitspraak: De rechtbank bepaalt dat zowel Helmut Müller als Milan Terbeek het vonnis hebben begrepen. Hiermee wordt de zaak afgesloten.
Aldus gewezen door de Arrondissementsrechtbank Sparkstad op 5 november 2024.
FVD682456 - Bouwman / Van Dijk - Müller
Arrondissementsrechtbank Sparkstad
Datum uitspraak: 13-11-2024
Zaaknummer: FVD682456
Uitspraak
Partijen: Eisers: Remco Bouwman, Jan van Dijk en Bart van Dijk Gedaagde: Helmut Müller, psychiater
Achtergrond en Overwegingen van de Rechtbank
Op woensdagavond 6 november 2024 hebben eisers deelgenomen aan een groepssessie onder leiding van gedaagde, Helmut Müller, met als doel persoonlijke en intieme kwesties te bespreken. Na afloop ontvingen zij een factuur van € 75.000, zonder dat de hoogte van dit bedrag vooraf was gecommuniceerd. De eisers achten de factuur buitensporig hoog en eisen kwijtschelding, evenals vergoeding van de proceskosten van € 15.000.
De rechtbank overweegt dat psychologische en psychiatrische diensten waardevol en vaak kostbaar kunnen zijn. Echter, een expliciete voorafgaande communicatie over de kosten van dergelijke diensten is essentieel om cliënten de mogelijkheid te bieden om akkoord te gaan met deze kosten. Het ontbreken van duidelijke prijscommunicatie kan leiden tot wantrouwen en een ernstige verstoring van de vertrouwensrelatie tussen dienstverlener en cliënt.
Daarnaast is de rechtbank van mening dat de professionaliteit en bekwaamheid van de gedaagde, gezien de gegeven adviezen en de hoogte van de factuur, onder de loep dient te worden genomen om te waarborgen dat de kwaliteit en ethiek in zijn praktijk voldoen aan de geldende beroepsnormen.
Beoordeling van de Vordering
Ongeldigheid van de factuur: De rechtbank oordeelt dat de hoogte van de factuur, zonder voorafgaande prijscommunicatie of expliciete toestemming van de eisers, onredelijk en niet afdwingbaar is. De eisers hebben gerechtvaardigd mogen aannemen dat de kosten gering zouden zijn of dat deze op zijn minst vooraf zouden worden besproken.
Redelijkheid van de gevorderde proceskosten: De rechtbank oordeelt dat de gevorderde proceskosten van € 15.000 redelijk zijn, gezien de tijd en middelen die de eisers hebben geïnvesteerd in hun verweer tegen deze onverwachte factuur.
Vereiste beoordeling van de bekwaamheid van de gedaagde: Omwille van de bescherming van cliënten en de ethische normen binnen de sector, verplicht de rechtbank gedaagde Helmut Müller om zich te melden bij de leidinggevende van de lokale ambulancedienst, die toeziet op de kwaliteit en certificering van zorgverleners, voor een grondige toetsing van zijn professionele bekwaamheid en certificaten als psychiater. Hiermee beoogt de rechtbank te waarborgen dat de diensten die Müller aanbiedt voldoen aan de vereiste standaard.
Beslissing van de Rechtbank
De rechtbank verklaart de vordering van de eisers als volgt:
Kwijtschelding van de factuur van € 75.000: De rechtbank besluit dat de factuur nietig is en dat de eisers niet verplicht zijn deze te betalen, vanwege het gebrek aan prijscommunicatie.
Toewijzing van de proceskosten: De rechtbank wijst de gevorderde proceskosten van € 15.000 toe aan de eisers, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanwege de onredelijke situatie die is ontstaan door het handelen van de gedaagde.
Verplichting tot beoordeling bekwaamheid: De rechtbank bepaalt dat Helmut Müller binnen vier weken contact moet opnemen met de leidinggevende van de ambulancedienst voor een beoordeling van zijn kwalificaties en de geldigheid van zijn certificering als psychiater.
Slotverklaring
De rechtbank heeft op grond van bovenstaande overwegingen besloten om de vordering van de eisers in zijn geheel toe te wijzen. De gedaagde, Helmut Müller, wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten zoals hierboven bepaald, en dient zijn bekwaamheid als psychiater opnieuw te laten beoordelen. Hiermee sluit ik de zitting en is de uitspraak definitief.
Handtekening van de Rechtbank: Rechter: Mussie van Dijk
SPK2024/1142 - Bouwman - Politie
Vonnisnummer: SPK2024/1142
Rechtbank Sparkstad
Vonnis in de zaak van: Eiser: Ferry Bouwman, woonachtig te Sparkstad Gedaagde: Politie Sparkstad, te vertegenwoordigen door een lid van de korpsleiding of een gemachtigde Advocaat Eiser: Mussie van Dijk Behandelend Rechter: Cas Velde
Zittingsdatum: 17 november 2024 - 20:00
Feitenrelaas:
Op de avond van 30 oktober 2024 is eiser Ferry Bouwman door de politie van Sparkstad aangehouden en vervoerd in een politievoertuig. Tijdens het transport heeft de bestuurder van het voertuig een ernstige verkeersovertreding begaan door met een snelheid van 220 km/u rechts in te halen zonder te remmen, wat resulteerde in een aanrijding met een ander voertuig.
Bij deze aanrijding is de veiligheidsgordel van eiser gescheurd, waardoor eiser uit het voertuig is gevallen en ernstig letsel opliep. Hij werd met een ruggenwervelverschuiving naar het ziekenhuis gebracht, wat aanzienlijke fysieke en financiële schade tot gevolg had. Eiser heeft medische kosten gemaakt en is door arbeidsongeschiktheid inkomsten misgelopen.
Een week later werd eiser opnieuw aangehouden door een politieagent, aangeduid als de "02". Deze aanhouding duurde 2,5 uur en werd onterecht bevonden vanwege geconstateerde vormfouten. Er is geen proces-verbaal opgemaakt over deze aanhouding, waardoor de gedaagde geen adequaat verweer kon voeren.
Eiser vorderde een schadevergoeding van € 750.000 voor zowel materiële als immateriële schade.
Vonnis:
Schadevergoeding:
Aanhouding en verkeersongeval: De rechtbank erkent dat de politie ernstige nalatigheid heeft vertoond bij het transport van eiser. Er was geen noodzaak voor de snelheid waarmee werd gereden, noch een deugdelijke rechtvaardiging. Daarnaast ontbrak een proces-verbaal, waardoor de gedaagde geen adequate verdediging kon voeren. De rechtbank kent eiser een schadevergoeding toe van € 600.000 voor het letsel en de gevolgen hiervan.
Onterechte aanhouding: De tweede aanhouding van eiser, zonder duidelijke rechtvaardiging en zonder mutatie in de systemen, toont aan dat de gedaagde niet in staat was om transparantie of rechtmatigheid te waarborgen. Voor de onrechtmatige vrijheidsberoving kent de rechtbank een vergoeding toe van € 50.000.
Aanpassing van de vordering: De oorspronkelijke eis van € 750.000 wordt met € 100.000 verlaagd. De rechtbank acht het oorspronkelijke bedrag disproportioneel en corrigeert dit naar een totaalbedrag van € 650.000.
Overwegingen van de rechtbank:
De politie heeft ernstige tekortkomingen vertoond in documentatie en procedureel handelen. Het ontbreken van een proces-verbaal heeft bijgedragen aan het ontbreken van een deugdelijke verdediging.
Gezien de ernst van het letsel en de impact op eiser wordt het grootste deel van de vordering toegewezen.
De rechtbank benadrukt het maatschappelijk belang van een zorgvuldige en transparante politieorganisatie.
Proceskosten: De gedaagde, Politie Sparkstad, wordt veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiser.
Uitspraak: De rechtbank wijst een schadevergoeding van € 650.000 toe aan eiser Ferry Bouwman, te betalen door Politie Sparkstad. Hiermee wordt de zaak gesloten.
Rechtsmiddel: De gedaagde partij, Politie Sparkstad, heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen dit vonnis. Het hoger beroep dient binnen de wettelijke termijn te worden ingesteld bij het Gerechtshof Sparkstad.
Aldus gewezen door de Arrondissementsrechtbank Sparkstad op 17 november 2024.
SPK2024/1144 - OM - Pesos
Vonnisnummer: SPK2024/1143
Rechtbank Sparkstad
Vonnis in de zaak van: Verdachte: Banjo Pesos Geboren: 19-01-1995 Woonachtig te: Sparkstad Rechter: Nathalie de Vos Zittingsdatum: Zondag 17 november 2024 om 19:30 Officier van Justitie: Jan van Dijk
Feitenrelaas:
Verdachte Banjo Pesos werd opgeroepen voor de politierechter wegens de volgende strafbare feiten:
Roekeloos Rijgedrag (Art. 5 Wegenverkeerswet)
Rijden zonder geldig rijbewijs (Art. 107 Wegenverkeerswet)
Negeren van een stopteken (Art. 184 Wetboek van Strafrecht)
Vluchten van politie (Art. 7 Wegenverkeerswet)
Spookrijden (Art. 6 Wegenverkeerswet)
Vernieling/Beschadiging (Art. 350 Wetboek van Strafrecht)
De verdachte heeft nagelaten te verschijnen tijdens de zitting en is derhalve in verstek veroordeeld.
Uitspraak:
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten bewezen op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting.
Gevangenisstraf: De verdachte Banjo Pesos wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 19 maanden zonder aftrek.
Boete: Daarnaast wordt aan de verdachte een geldboete opgelegd van € 4.750, te voldoen binnen 30 dagen na ontvangst van het vonnis. Bij niet-betaling kan de boete worden omgezet in vervangende hechtenis van 90 dagen.
Proceskosten: De proceskosten worden verhaald op de verdachte.
Aldus gewezen door de Rechtbank Sparkstad op 17 november 2024.
Vonnisnummer: SPK2024/1144
Rechtbank Sparkstad
Vonnis in de zaak van: Verdachte: Benji Pesos Geboren: 14-07-1988 Woonachtig te: Sparkstad Rechter: Nathalie de Vos Zittingsdatum: Zondag 17 november 2024 om 20:30 Officier van Justitie: Jan van Dijk
Feitenrelaas:
Verdachte Benji Pesos werd opgeroepen voor de politierechter wegens dezelfde strafbare feiten als hierboven vermeld. De verdachte heeft eveneens nagelaten te verschijnen tijdens de zitting en is in verstek veroordeeld.
Uitspraak:
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten bewezen op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting.
Gevangenisstraf: De verdachte Benji Pesos wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 19 maanden zonder aftrek.
Boete: Daarnaast wordt aan de verdachte een geldboete opgelegd van € 4.750, te voldoen binnen 30 dagen na ontvangst van het vonnis. Bij niet-betaling kan de boete worden omgezet in vervangende hechtenis van 90 dagen.
Proceskosten: De proceskosten worden verhaald op de verdachte.
Aldus gewezen door de Rechtbank Sparkstad op 17 november 2024.
SPK2024/1145 - OM - Beer
Vonnisnummer: SPK2024/1145
Rechtbank Sparkstad
Vonnis in de zaak van: Verdachte: John Beer Geboren: 28-02-2002 Woonachtig te: Sparkstad Rechter: Nathalie de Vos Zittingsdatum: Zondag 17 november 2024 om 21:00 Officier van Justitie: Jan van Dijk
Feitenrelaas:
John Beer werd opgeroepen voor de politierechter wegens verdenking van bedreiging (Art. 285 Wetboek van Strafrecht). Het incident betrof een bericht dat verdachte plaatste op social media platform Birdy, gericht aan Ferry Bouwman. Het bericht luidde: “Ferry ik hoop dat je morgen geniet van je laatste dag op deze aarde.”
De aangifte door Bouwman heeft geleid tot vervolging, waarbij het Openbaar Ministerie de bedreiging heeft geclassificeerd als een reguliere bedreiging, zonder kwalificatie als doodsbedreiging. Het Openbaar Ministerie eiste vrijspraak, met het argument dat het bericht juridisch gezien niet als een daadwerkelijke bedreiging kon worden gekwalificeerd.
Uitspraak:
De rechtbank stelt vast dat het bericht door de verdachte, John Beer, gevoelens van angst en onveiligheid heeft veroorzaakt bij de aangever. Hoewel het Openbaar Ministerie vrijspraak eiste, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte een strafbare bedreiging heeft geuit. Sociale media zijn geen vrijplaats voor dergelijk gedrag.
Strafmaat: De verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 250, te voldoen binnen 14 dagen na ontvangst van het vonnis. Bij niet-betaling kan de boete worden omgezet in vervangende hechtenis van 5 dagen.
Waarschuwing: De rechtbank benadrukt dat bedreigingen, zowel online als offline, een serieuze impact kunnen hebben en als onaanvaardbaar worden beschouwd. Verdachte wordt erop gewezen dat herhaling van dergelijk gedrag zwaardere gevolgen kan hebben.
Proceskosten: De proceskosten worden niet verhaald.
Aldus gewezen door de Rechtbank Sparkstad op 17 november 2024.
HR-01-12-2024-5 - Gemeente Sparkstad - Korpsleiding
VONNIS VAN DE RECHTBANK SPARKSTAD Zaaknummer: HR-01-12-2024-5 Datum: 02-12-2024
Inzake:
Beoordeling van maatregelen met betrekking tot functiewijzigingen, disciplinaire maatregelen en verantwoordelijkheid van de voormalige leidinggevende (oude KL, "Oneil, R") in het kader van bestuurlijke en personele beslissingen.
Feiten en achtergrond
De rechtbank heeft zich gebogen over een reeks bestuurlijke en personele beslissingen die recent zijn genomen onder verantwoordelijkheid van de voormalige leidinggevende (oude KL, hierna aangeduid als “Oneil, R”). De volgende kwesties zijn relevant:
Beambte 01 is ontheven uit zijn functie.
Beslissingen, zoals ontslagen en disciplinaire maatregelen (strike's), zijn de afgelopen 48 uur onder verantwoordelijkheid van Oneil, R genomen.
Er is geen definitieve nieuwe KL aangesteld, wat een zorgvuldige overdracht en toezicht vereist.
Er bestaan aanwijzingen dat de beslissingen van Oneil, R mogelijk onzorgvuldig of onrechtmatig tot stand zijn gekomen, wat nader onderzoek naar strafrechtelijke en bestuurlijke aansprakelijkheid vereist.
Deel 1
Overwegingen van de rechtbank
Ontheffing van beambte 01 De rechtbank bevestigt dat de ontheffing van beambte 01 uit zijn functie per 02-12-2024 blijft gehandhaafd. Deze maatregel is conform Artikel 10 lid 1 Ambtenarenwet 2017, waarin disciplinaire maatregelen en functiewijzigingen worden geregeld. De rechtbank merkt op dat het noodzakelijk is een zorgvuldig proces te volgen om recht te doen aan de betrokkene.
Vervallen van disciplinaire maatregelen en ontslagen door oude KL De rechtbank stelt vast dat alle disciplinaire maatregelen (inclusief strike's) en ontslagen die in de afgelopen 48 uur zijn ingediend door Oneil, R ongeldig worden verklaard. Dit besluit is gebaseerd op:
Artikel 3:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb): onvoldoende zorgvuldig voorbereid.
Artikel 3:4 lid 1 Awb: geen evenredige belangenafweging gemaakt.
Artikel 6 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens): recht op een eerlijk proces, ook bij bestuurlijke beslissingen.
De rechtbank beveelt dat deze maatregelen en ontslagen opnieuw beoordeeld worden, ditmaal in overleg met de Gemeenteraad (GR), waarbij de belangen van alle betrokkenen zorgvuldig worden afgewogen.
Functiegesprek met beambte 01 binnen zeven dagen Er dient binnen zeven dagen een functiegesprek plaats te vinden tussen beambte 01 en de verantwoordelijke leidinggevenden. Dit is in lijn met Artikel 3 lid 2 Ambtenarenwet 2017, dat voorziet in hoor en wederhoor bij functiewijzigingen.
Onderzoek naar strafrechtelijke aansprakelijkheid van Oneil, R De rechtbank acht het noodzakelijk dat een onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de mogelijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van Oneil, R, op basis van aanwijzingen dat beslissingen onrechtmatig zijn genomen. Dit onderzoek zal plaatsvinden onder de reikwijdte van:
Artikel 162 Sv (Wetboek van Strafvordering): plicht tot melding van strafbare feiten.
Artikel 359 Sr (Wetboek van Strafrecht): strafbare handelingen van ambtsdragers.
Indien de feiten dit rechtvaardigen, kan strafrechtelijke vervolging van Oneil, R plaatsvinden.
Toezicht op overdracht tot aanstelling van een nieuwe KL Totdat een definitieve nieuwe KL is aangesteld, houdt de rechtbank toezicht op de overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit is noodzakelijk om continuïteit en zorgvuldigheid te waarborgen, zoals voorgeschreven in Artikel 3:2 Awb.
Herziening van eerdere ontslagen en strike's Alle eerder door Oneil, R genomen besluiten die leiden tot ontslagen of strike's worden geschorst en herzien. De rechtbank eist dat de Gemeenteraad betrokken wordt bij een volledige herbeoordeling, conform:
Artikel 7:13 Awb: recht op bezwaar en heroverweging.
Artikel 8:1 Awb: toegang tot de rechter voor belanghebbenden.
Deel 2
Beslissing van de rechtbank
Beëindiging functie 01: Beambte 01 blijft ontheven van zijn functie, onder voorwaarde dat binnen zeven dagen een functiegesprek plaatsvindt.
Vervallen maatregelen van Oneil, R: Alle disciplinaire maatregelen en ontslagen die door Oneil, R in de afgelopen 48 uur zijn ingediend, worden ongeldig verklaard.
Onderzoek naar Oneil, R: Er zal een onafhankelijk strafrechtelijk en bestuurlijk onderzoek plaatsvinden naar de verantwoordelijkheid van Oneil, R.
Toezicht op overdracht: Totdat een definitieve nieuwe KL is aangesteld, houdt de rechtbank toezicht op de zorgvuldige overdracht van bevoegdheden.
Herziening ontslagen en strike's: Eerdere ontslagen en strike's worden opnieuw beoordeeld in overleg met de Gemeenteraad.
Toepasselijke wettelijke bepalingen
Artikel 10 lid 1 Ambtenarenwet 2017 “De ambtenaar kan om redenen van dienstbelang of wegens plichtsverzuim uit zijn functie worden ontheven.”
Artikel 3:2 Awb “Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.”
Artikel 3:4 lid 1 Awb “Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af.”
Artikel 7:13 Awb “Bij bezwaarprocedures worden de belanghebbenden gehoord en worden de besluiten heroverwogen.”
Artikel 6 EVRM “Een ieder heeft recht op een eerlijk proces bij beslissingen die zijn rechten aantasten.”
Artikel 162 Sv “Een ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit, is bevoegd daarvan aangifte te doen.”
Artikel 359 Sr “Het opzettelijk niet naleven van ambtsverplichtingen wordt gestraft.”
Aldus gedaan en beslist door de rechtbank Sparkstad op 02-12-2024.
Namens de rechtbank, Mr. C. Velde Rechter in bestuurs- en strafzaken
Deel 3
67890/202 - OM - Van Dijk
Veroordeling Tony van Dijk
Naam verdachte: Tony van Dijk Zaaknummer: [67890/2024] Datum vonnis: [8 december 2024]
Uitspraak: De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, Tony van Dijk, zich schuldig heeft gemaakt aan samenzwering met betrekking tot de criminele activiteiten van Bart Ferrari. Echter, na beoordeling van de omstandigheden rondom zijn betrokkenheid, de mate van zijn medewerking tijdens het onderzoek, en het feit dat hij geen directe uitvoerende rol had in de gepleegde misdrijven, heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te stellen van straf.
Redenen voor vrijstelling:
Minder ernstige rol: De verdachte had geen leidende of uitvoerende rol in de criminele activiteiten van Bart Ferrari.
Medewerking aan het onderzoek: Tony van Dijk heeft volledig meegewerkt aan het onderzoek en heeft belangrijke informatie verstrekt die heeft bijgedragen aan de opheldering van de zaak.
Rehabilitatie: Gezien zijn eerdere blanco strafblad en de omstandigheden van zijn betrokkenheid, wordt verwacht dat verdachte geen risico op recidive vormt.
Uitspraak:
Vrijstelling van straf: De rechtbank heeft besloten dat Tony van Dijk geen straf zal ontvangen.
Voorwaarden: Er wordt toezicht gehouden op de verdachte gedurende een periode van 1 jaar na de uitspraak, met verplichting om contact op te nemen met de reclassering indien nodig.
OVJ: Thomas Williams Locatie: Sparkstad rechtbank
Bij deze is dit vonnis uitgesproken en bindend.
MZ-2339/2024 - OM - Ferrari
Veroordeling Bart Ferrari
Naam verdachte: Bart Ferrari Zaaknummer: [MZ-2339/2024] Datum vonnis: [8 december 2024]
Uitspraak: De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, Bart Ferrari, schuldig is bevonden aan de bij de rechtbank bekende feiten (geheim) . De gepleegde feiten getuigen van een ernstige veronachtzaming van de wet, een hoog risico voor de openbare veiligheid, en een gebrek aan respect voor menselijk leven en eigendommen.
Opgelegde straf:
Gevangenisstraf:
Duur: Levenslang
Herzieningsmogelijkheid: De straf zal worden geëvalueerd na een periode van 25 jaar (equivalent aan 14 dagen in-game) met mogelijke herbeoordeling door de rechtbank.
Boete:
Bedrag: €750.000
Betalingstermijn: Binnen 7 dagen.
Bij niet-betaling volgt verbeurdverklaring van eigendommen ter waarde van het boetebedrag.
Overwegingen van de rechtbank:
De aard en ernst van de gepleegde misdrijven.
De gevolgen voor de slachtoffers en de samenleving.
De onverbeterlijke houding van de verdachte, zoals gebleken uit de procesvoering.
Aanvullende bepalingen:
Verdachte mag tijdens zijn detentieperiode geen contact zoeken met de slachtoffers of hun nabestaanden.
Alle persoonlijke en zakelijke activa van de verdachte worden onderzocht op mogelijke compensatie aan de slachtoffers.
Rechter: C. Velde Locatie: Rechtbank
Bij deze is dit vonnis uitgesproken en bindend.
(?) - Nas - Van Dijk
Rechtbank Sparkstad Vonnis
In de zaak van de heer Van Dijk en mevrouw Van Nas betreffende de vergoeding van medische kosten door de zorgverzekering heeft de rechtbank het volgende overwogen en beslist:
Overwegingen
Vormfouten in de procedure Beide partijen hebben tijdens de procedure significante vormfouten gemaakt. Een van de meest wezenlijke fouten is dat er pas tijdens de zitting een poging tot onderlinge onderhandeling heeft plaatsgevonden. Dit is in strijd met de procesregels, aangezien dergelijke onderhandelingen vóór het aanbrengen van de zaak voor de rechtbank moeten worden uitgevoerd.
Onregelmatigheden in het dossier Er zijn discrepanties geconstateerd in de datums van het ingediende dossier. Hoewel deze onregelmatigheden op zichzelf geen directe afwijzing van de zaak rechtvaardigen, werpen ze wel serieuze twijfels op over de juistheid en volledigheid van de ingediende stukken. Dit leidt tot onzekerheid over de staat van het voertuig en de omstandigheden rond het ongeval.
Twijfels over medische en mentale gesteldheid De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende objectieve medische en mentale toetsing heeft plaatsgevonden. Gezien de complexe aard van de claims en de verschillende perspectieven van beide partijen, acht de rechtbank een onafhankelijk onderzoek naar het voertuig, de medische gesteldheid van de betrokkenen en eventuele mentale impact noodzakelijk voor verdere beoordeling.
Aard van de eis van de heer Van Dijk De rechtbank ziet geen noodzaak in de specifieke eis van de heer Van Dijk, gezien het feit dat sprake was van een ongeval en niet van specifiek geweld. Deze eis wordt dan ook niet bekrachtigd.
Beslissing
De vorderingen van de heer Van Dijk en mevrouw Van Nas worden niet bekrachtigd.
De zorgverzekering is echter gehouden om medische kosten in dit geval te vergoeden, mits deze aantoonbaar gerelateerd zijn aan het ongeval en binnen de polisvoorwaarden vallen.
Mocht één van beide partijen in hoger beroep gaan, dan zal de zaak enkel opnieuw behandeld worden indien:
Een volledig onafhankelijk onderzoek naar de staat van het voertuig is uitgevoerd.
Er onafhankelijke medische en mentale toetsingen plaatsvinden.
De rechtbank constateert dat er teveel onzekerheden en tegenstrijdigheden zijn om in deze fase tot een bindende beslissing te komen.
Dit vonnis is gewezen door de Rechtbank Sparkstad, en in het openbaar uitgesproken op 11-12-2024.
Namens de rechtbank
(?) HB - Nas - Van Dijk
Vonnis in hoger beroep
Betreft: Het hoger beroep van Jan van Dijk tegen Ilona Anna Nas
Rechters: Rechter Lang Chu Datum uitspraak: 11 december 2024 Rechtbank: Rechtbank Sparkstad
Na zorgvuldige overweging van de stukken en het hoger beroep, wordt als volgt vonnis gewezen:
1. Medische kosten: Ilona Anna Nas zal door van Jan van DIjk 75% van de gemaakte medische kosten vergoed krijgen. De resterende 25% komt voor haar eigen rekening, aangezien zij op het moment van het incident geen gordel droeg, hetgeen haar eigen verantwoordelijkheid is volgens de verkeerswetgeving.
2. Nazorgtraject: Gezien de traumatische ervaring van Ilona Anna Nas, zal de gemeente Sparkstad zorgdragen voor een passend nazorgtraject. Dit traject wordt volledig bekostigd door de gemeente om ervoor te zorgen dat mevrouw de nodige ondersteuning krijgt bij haar herstel.
3. Taakstraf en boete: Ilona Anna Nas wordt veroordeeld tot een taakstraf van 10 taken, opgelegd door de politie van Sparkstad, wegens belediging, smaad en laster in het kader van de lastercampagne. Deze straf heeft tot doel haar te helpen het vertrouwen in de samenleving te herstellen en de schade die aan Jan van Dijk en aan de stad Sparkstad is toegebracht, te vergoeden.
Daarnaast wordt zij een geldboete opgelegd van €50.000 voor de lastercampagne. Indien het bedrag niet in één keer kan worden betaald, wordt een betalingsregeling toegestaan.
4. Boetes bij voortzetting van de lastercampagne: Indien de lastercampagne door Ilona Anna Nas voortgezet wordt, zal zij voor elke dag van voortzetting een boete van €25.000 moeten betalen. Tevens kan een gevangenisstraf opgelegd worden, afhankelijk van de voortzetting van haar gedrag. Het verzoek om alle berichten die deel uitmaken van de lastercampagne onmiddellijk te verwijderen, wordt ingewilligd.
5. Contactverbod: Ilona Anna Nas wordt voor de duur van 1 maand een contactverbod opgelegd met Jan van Dijk. Dit verbod is bedoeld om verdere intimidatie te voorkomen en de situatie te de-escaleren.
6. Nietigheid van proces-verbalen: De proces-verbalen met de nummers PL2000-2024322068-1, PL2000-2024820835-1 en PL2000-2024911858-1 worden nietig verklaard, omdat deze gebaseerd zijn op feitelijke onjuistheden van de getuigen en administratief slordig werk door de politie. Deze documenten kunnen niet als bewijs worden gebruikt in deze zaak.
Tot slot: Ik wil als rechter benadrukken dat ik het liefst geen zaak had gezien van dit soort aard. Dit zijn zaken die, als beide partijen als volwaardige burgers hadden gehandeld, gezamenlijk opgelost hadden kunnen worden. Waarschijnlijk zou het dan op een vreedzame manier zijn opgelost. Desondanks is het mijn taak om recht te spreken, en dat heb ik naar beste kunnen gedaan.
Aldus gewezen door Rechter Lang Chu, in de Rechtbank Sparkstad, op 11-12-2024.
2024-1539 - Gemeente Sparkstad - Williams
Scheidingsbevel
Rechtbank van Sparkstad Datum: 15-12-2024 Zaaknummer: 2024-1539
Partijen
Verzoeker: Carly Williams (meisjesnaam: Mander) Adres: Onbekend
Verweerder: Thomas Williams Adres: Onbekend
Achtergrond
Carly Williams en Thomas Williams zijn op 11-12-2024 gehuwd in Sparkstad, zoals vastgelegd in huwelijksakte nummer 3 in het register van de Burgerlijke Stand te Sparkstad.
2.De gemeente heeft de rechtbank van Sparkstad verzocht het huwelijk te ontbinden, aangezien zij definitief zijn geëmigreerd uit Sparkstad en geen juridische of maatschappelijke binding meer hebben met deze jurisdictie.
Op grond van artikel 1:80 van het Burgerlijk Wetboek kan een huwelijk nietig worden verklaard wanneer beide partijen geen woonplaats, verblijfplaats, of andere juridische binding meer hebben binnen Sparkstad.
De partijen hebben onderling ingestemd met de scheiding en een definitieve ontbinding van hun huwelijk. Zij hebben verklaard geen gezamenlijk vermogen of minderjarige kinderen te hebben, zodat verdere juridische procedures niet van toepassing zijn.
Bevel van de Rechtbank
De Rechtbank van Sparkstad, na kennis te hebben genomen van de stukken en de verklaringen van beide partijen:
Verklaart het huwelijk tussen Carly Williams (meisjesnaam: Mander) en Thomas Williams, gesloten op 11-12-2024, hierbij nietig.
Beveelt dat de huwelijksakte nummer 3 uit het register van de Burgerlijke Stand te Sparkstad wordt verwijderd en ongeldig wordt verklaard.
Bevestigt dat beide partijen vanaf de datum van dit bevel als juridisch gescheiden worden beschouwd en vrij zijn om hun eigen leven voort te zetten zonder verdere verplichtingen jegens elkaar binnen deze jurisdictie.
Ondertekening
Uitgesproken door: Jan Vliet Rechter bij de Rechtbank van Sparkstad
Datum van uitspraak: 15-12-2024
2024/RB-573298 - Openbaar Ministerie - Lieke Hazes
VONNIS Rechtbank van Sparkstad Zaaknummer: 2024/RB-573298 Datum uitspraak: 22 december 2024
Inzake: Openbaar Ministerie tegen Mevrouw Lieke Hazes
Onderwerp: Verkeersdelicten en schending van opgelegde sancties
Feiten en omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van de feiten en omstandigheden rondom de herhaalde verkeersovertredingen en schendingen door mevrouw Lieke Hazes.
Overzicht van de feiten:
Rijbewijsinname (22 december 2024) Mevrouw Hazes veroorzaakte een verkeersongeval onder invloed van alcohol. Uit een bloedtest bleek een te hoog alcoholgehalte. Als gevolg hiervan werd haar rijbewijs ingevorderd voor de duur van twee dagen, met een aanvullende taakstraf.
Schending van de opgelegde taakstraf Tijdens de uitvoering van haar taakstraf werd mevrouw Hazes gezien in een rijdend voertuig. Zij werd opnieuw staande gehouden en verbaliseerd voor het rijden zonder geldig rijbewijs. Zij weigerde de taakstraf correct uit te voeren, waarna zij werd overgebracht naar het jeugddetentiecentrum in Sparkstad voor een periode van tien maanden.
Nieuwe overtredingen tijdens detentieperiode Tijdens haar detentieperiode werd mevrouw Hazes opnieuw aangetroffen als bestuurder van een voertuig. Een stopteken van de politie werd genegeerd, wat resulteerde in een achtervolging. Tijdens deze achtervolging beging zij de volgende overtredingen:
Negeren van een rood verkeerslicht.
Spookrijden.
Veroorzaken van schade aan publieke eigendommen.
Roekeloos rijden (Art. 5 en Art. 5A Wegenverkeerswet).
Rijden zonder geldig rijbewijs.
Zij werd aangehouden in de haven van Sparkstad. Haar voertuig is direct in beslag genomen. Bij haar aanhouding verklaarde mevrouw Hazes dat zij op weg was naar haar cryptoloods.
Overdracht aan politierechter Het Openbaar Ministerie heeft de zaak overgedragen aan de politierechter. Als gevolg van haar herhaalde overtredingen en schending van sancties is de oorspronkelijke invordering van haar rijbewijs verlengd naar een periode van zeven dagen.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat mevrouw Hazes herhaaldelijk en opzettelijk de wet heeft overtreden, met een patroon van roekeloos gedrag dat een ernstig risico vormt voor de openbare veiligheid. Ondanks eerdere sancties en detentie, heeft zij geen blijk gegeven van inzicht in haar daden of bereidheid om zich aan de wet te houden.
Schending van verkeersregels De overtredingen, waaronder rijden onder invloed, spookrijden en het veroorzaken van schade aan publieke eigendommen, tonen een ernstige minachting voor de verkeersveiligheid en de rechtsorde.
Weigering om sancties na te leven Het herhaaldelijk rijden zonder geldig rijbewijs en het niet correct uitvoeren van een taakstraf tonen een gebrek aan respect voor opgelegde sancties en gerechtelijke beslissingen.
Recidive en escalatie De voortdurende escalatie van haar gedrag, culminerend in een gevaarlijke achtervolging, benadrukt de noodzaak van strengere maatregelen om herhaling te voorkomen en de openbare veiligheid te waarborgen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt als volgt:
Verlenging van de rijbewijsinname De invordering van het rijbewijs van mevrouw Hazes wordt verlengd naar een periode van zeven dagen. Na afloop kan zij haar rijbewijs ophalen bij de rechtbank, mits zij geen verdere overtredingen begaat in de tussenliggende periode.
Bevestiging van de detentieperiode De eerder opgelegde detentie van 32 maanden in het jeugddetentiecentrum wordt gehandhaafd, gezien de ernst van de overtredingen en het recidiverende gedrag.
Uitspraak
De rechtbank legt aan mevrouw Lieke Hazes de volgende sancties op:
Verlenging van de rijbewijsinname naar een periode van zeven dagen.
Bevestiging van 32 maanden jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door: Rechter Nathalie van Dijk - De Vos
Sparkstad, 22 december 2024
2024-1345 - Kyan Luyten - Tineke Luyten (scheiding)
Vonnis
Rechtbank Sparkstad Zaaknummer: 2024-1345
Inzake: Verzoeker: Kyan Luyten Verweerder: Tineke Luyten (geboren Bluff)
Vonnisdatum: 20 december 2024 Rechter: Jan Vliet
Vonnis
De rechtbank Sparkstad heeft op 20 december 2024 uitspraak gedaan inzake het verzoek van Kyan Luyten tot nietigverklaring van het huwelijk met Tineke Luyten.
Achtergrond
Het huwelijk tussen Kyan Luyten en Tineke Luyten is voltrokken op 12 december 2024. Kort na het huwelijk is gebleken dat het samenzijn van beide partijen ernstige spanningen en conflicten heeft veroorzaakt, die volgens de verzoeker van dusdanige aard zijn dat voortzetting van het huwelijk niet mogelijk is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de partijen zwaarwegend zijn en dat het huwelijk geen solide basis kent. Om die reden heeft Kyan Luyten op 20 december 2024 een verzoek ingediend tot nietigverklaring van het huwelijk.
Daarnaast is de voogdij over de minderjarige zoon van beide partijen, Helmut Luyten, onderwerp van beoordeling geweest. Het welzijn van Helmut is door de rechtbank als prioriteit beschouwd.
Bevel van de rechtbank
De rechtbank beveelt en oordeelt als volgt:
Nietigverklaring van het huwelijk: Het huwelijk tussen Kyan Luyten en Tineke Luyten, voltrokken op 12 december 2024, wordt nietig verklaard met onmiddellijke ingang.
Naamswijziging: De verweerder, Tineke Luyten, verkrijgt haar geboortenaam terug en zal voortaan worden geregistreerd als Tineke Bluff.
Voogdij: De volledige voogdij over de minderjarige zoon, Helmut Luyten, wordt toegewezen aan de verzoeker, Kyan Luyten. De rechtbank baseert deze beslissing op het belang van het kind, dat het meest gebaat is bij een stabiele en veilige omgeving die door de verzoeker kan worden geboden.
Goederenverdeling: De rechtbank stelt vast dat er geen gezamenlijke goederen of eigendommen zijn die verdeeld hoeven te worden tussen de partijen.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank erkent de zwaarte van het besluit om een huwelijk nietig te verklaren, met name gezien de korte tijdspanne sinds de voltrekking. Echter, de feiten en omstandigheden, zoals uiteengezet in het verzoek, maken duidelijk dat voortzetting van het huwelijk schadelijk zou zijn voor de belangen van beide partijen en hun minderjarige kind.
De rechtbank heeft eveneens rekening gehouden met de verklaringen van beide partijen en heeft geoordeeld dat de belangen van het kind, Helmut Luyten, onlosmakelijk verbonden zijn met de toewijzing van de voogdij aan de verzoeker.
Beroepsmogelijkheid
Tegen dit vonnis kan beroep worden aangetekend binnen vijf dagen na dagtekening van dit vonnis bij het gerechtshof.
Dit bevel en vonnis zijn opgesteld en uitgesproken door:
Rechter: Jan Vliet Rechtbank Sparkstad
Bevel van de rechtbank: De bovenstaande uitspraken hebben rechtskracht en dienen per direct te worden uitgevoerd.
2024/V-198372 - Mussie van Dijk - Politieleiding J. de Haan
VONNIS Rechtbank van Sparkstad Zaaknummer: 2024/V-198372 Datum uitspraak: 22 december 2024
Inzake: Klagende partij: Mussie van Dijk Tegen: Waarnemend korpschef Joppe de Haan
Onderwerp: Onrechtmatige veroordeling en inbeslagname van persoonlijke eigendommen
Feiten en omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoek van klager, Mussie van Dijk, aangaande zijn veroordeling tot een gevangenisstraf van 25 maanden wegens vermeende betrokkenheid bij een bankoverval, en de inbeslagname van een bedrag van €51.572 aan contant geld. De rechtbank heeft tevens het verweer en proces-verbaal van waarnemend korpschef Joppe de Haan in beschouwing genomen.
De klacht van klager is gebaseerd op de volgende gronden:
Onvoldoende bewijs: Klager stelt dat er geen overtuigend bewijs is geleverd dat zijn directe betrokkenheid bij de bankoverval kan aantonen.
Onrechtmatige inbeslagname: Het contante geld is in beslag genomen zonder deugdelijke juridische onderbouwing.
Ongerechtvaardigde detentie: Klager stelt dat zijn vrijheidsbeneming ongegrond en disproportioneel is.
De waarnemend korpschef stelt daartegenover dat:
Het bedrag van €51.572 is aangetroffen bij klager en dat hij geen plausibele verklaring kon geven voor de herkomst ervan.
Camerabeelden aantonen dat klager zich in de bank bevond op het moment van de overval.
De inbeslagname van het geld rechtmatig heeft plaatsgevonden op basis van de feiten en omstandigheden.
Overwegingen van de rechtbank
Bewijsvoering De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van klager inconsistent zijn geweest. De camerabeelden tonen aan dat klager aanwezig was in de bank. Echter, er ontbreekt direct bewijs dat aantoont dat klager persoonlijk betrokken was bij de ontvreemding van de €51.000 uit de kas van de bank. Het enkel aanwezig zijn in de bank is onvoldoende om een strafrechtelijke betrokkenheid bij de bankoverval aan te tonen.
Inbeslagname van eigendom De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sluitend bewijs is dat het aangetroffen bedrag van €51.572 afkomstig is uit de bankoverval. De waarnemend korpschef heeft verklaard dat de kluisdeur van de bank openstond en dat het geld gecontroleerd is uit de kluis gehaald. Dit betoog is echter niet gestaafd met bewijsstukken. Het is derhalve niet met zekerheid vast te stellen dat het aangetroffen geld deel uitmaakt van de buit van de bankoverval.
Ongerechtvaardigde detentie Gezien het ontbreken van voldoende bewijs acht de rechtbank de opgelegde detentie van 25 maanden disproportioneel en ongerechtvaardigd.
Oordeel van de rechtbank
Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de rechtbank als volgt:
Nietigverklaring van de veroordeling: De veroordeling van Mussie van Dijk tot 25 maanden gevangenisstraf wordt nietig verklaard.
Terugbetaling van het in beslag genomen bedrag: Het bedrag van €51.572 dient per direct te worden terugbetaald aan klager.
Schending van rechten: De rechtbank oordeelt dat de handelswijze van het politiekorps onder leiding van waarnemend korpschef Joppe de Haan niet voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid en rechtmatigheid.
De rechtbank constateert dat er geen bewijs is geleverd voor de bewering dat de kluisdeur openstond en dat het geld daaruit ontvreemd is. Tevens is vastgesteld dat er geen sluitende correlatie is tussen het in beslag genomen bedrag en de verdwenen kasinhoud van de bank.
Uitspraak
De rechtbank draagt het politiekorps van Sparkstad op het bedrag van €51.572 onverwijld aan klager terug te geven. Daarnaast benadrukt de rechtbank dat waarnemend korpschef Joppe de Haan in deze zaak onvoldoende heeft gehandeld naar de standaarden van rechtvaardigheid en transparantie.
Dit vonnis is gewezen door: Rechter Nathalie van Dijk - De Vos
Sparkstad, 22 december 2024
RS-2025-00112 - Jaimy Winter - Shiva Winter (scheiding)
VONNIS Rechtbank Sparkstad Zaaknummer: RS-2025-00112 Datum uitspraak: 11 januari 2025
Vonnis in de zaak van de echtscheiding tussen:
Eiser 1: Jaimy Winter
Eiser 2: Shiva Winter (geboortenaam: Shiva Moonlight)
Overwegingen
Huwelijk: Jaimy Winter en Shiva Winter zijn op 21 september 2024 in het huwelijk getreden.
Verzoek tot echtscheiding: Op 11 januari 2025 is bij de rechtbank Sparkstad een verzoek tot echtscheiding ingediend. Partij heeft verklaard dat de relatie duurzaam is ontwricht en voortzetting van het huwelijk niet langer mogelijk is.
Verdeling van goederen: Beide partijen hebben een overeenkomst bereikt over de verdeling van gezamenlijke goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschillen zijn over deze verdeling.
Naamswijziging: Shiva Winter heeft verzocht om haar achternaam te herstellen naar haar geboortenaam, Shiva Moonlight. De rechtbank honoreert dit verzoek en verzoekt de gemeente Sparkstad om deze wijziging op korte termijn door te voeren in de bevolkingsadministratie.
Beslissing
Het huwelijk tussen Jaimy Winter en Shiva Winter wordt ontbonden door echtscheiding met ingang van 11 januari 2025.
De naamswijziging van Shiva Winter naar Shiva Moonlight wordt goedgekeurd en dient zo spoedig mogelijk door de gemeente Sparkstad te worden verwerkt.
De rechtbank neemt kennis van de onderlinge overeenkomst over de verdeling van goederen en ziet geen aanleiding tot verdere behandeling op dit punt.
Aldus gewezen door: Rechter Jan Vliet Rechtbank Sparkstad 11 januari 2025
Laatst bijgewerkt